3 mei 2016

Een nieuwe start. Maal twee.

Mijn laatste blogpost dateert van meer dan een jaar geleden. Een mens zou denken dat je in dat jaar toch iets te vertellen had. Dat is ook zo, maar de drang naar het opschrijven was niet echt groot. Vandaag is de dag dat daar verandering in komt. Of niet. Ik durf niet echt nog iets beloven. En vermoedelijk ligt er niemand wakker van.

Mijn verhaal begint 5,5 jaar geleden. Helaas ook 14 kilo geleden. September 2010, één van de dieptepunten in mijn leven. Ook een dieptepunt in mijn kilo's. 63 en te weinig, laat dat duidelijk zijn. Als het moment komt dat iedereen naar je begint te kijken alsof je ziek ben, ben je te laag gegaan. 

Gelukkig kwam er beterschap, ik leerde mijn lief kennen en ik zat enkele jaren op een mooie 65 kilo. Ideaal voor mijn grootte, maar ook mooie liedjes lijken voorbij te gaan. De laatste jaren ga ik gestaag omhoog. Ooit hoorde je je moeder en haar vriendinnen spreken over 'de blokjaren'. De jaren waarin de kilo's blijven hangen, zo halverwege je veertiger jaren. Het lijkt alsof het jou nooit zal overkomen, maar ineens blijf je steken op 77. Fuuuuuuuuuuuuuuuck. Het feit dat het nu al maanden niet meer omhoog gaat, is een magere troost. Hardnekkig kocht ik geen nieuwe kleren meer, maar eens het moment komt dat je amper nog kan ademhalen in een broek (ja, ik doe aan buikademhaling), moeten er drastische maatregelen genomen worden. Nadat je een nieuwe broek kocht, want die andere is net gescheurd.

Dus na rijp beraad (lees: na maanden treuzelen) schafte ik mij een fitnessabonnement aan. Opnieuw gaan lopen was een optie, maar met de blokjaren komen ook de lichamelijke klachten blijkbaar. Ouder worden is maar tot een bepaald moment aangenaam, daarna wordt het vervelend. Een pijnlijke heup zorgde ervoor dat lopen not done was. Er werd zelfs gedreigd met een inspuiting met silicone. Ik voelde mij niet aangesproken. Fitnessen mocht dus wel. 

Het is wat schaamtelijk te moeten bekennen dat het abonnement sinds eind maart op de schouw lag. Gelukkig had het jongste kind er al gebruik van gemaakt en was het de eerste maanden aan een spotprijs. Wat geen excuus is, maar ik probeer er toch maar één te verzinnen.

Maar vandaag... vandaag ben ik geweest. Ik slaagde er in 15 minuten op de crosstrainer te staan zonder dat de onderkant van mijn voeten vóór de 10 minuten begon te slapen (ik ben geen fan van de crosstrainer), ik liep 20 minuten aan mijn slakkentempo van altijd (7 km/h) en ik deed 5 minuten trappen en was er doodmoe van. Ik had moeten weten dat ik overdreef toen ik de man van zeker 15 jaar jonger het aan een veel trager tempo zag doen.

Toen strompelde ik onder de douche en stroomde de kleedkamer vol met meisjes van wie ik de moeder kon zijn. De aanblik van hun slanke lijfjes bleef mij gelukkig bespaard want mijn bril lag in de locker. Zij wendden discreet hun blikken af. Enfin, dat hoop ik vooral, want ik had mijn bril niet aan en zag dus geen steek.

Ik heb wel wat geleerd bij die eerste keer fitness na meer dan een jaar. Uw kam vergeten is belachelijk. Waar ik na 10 minuten fietsen mee thuis kwam, kon bezwaarlijk nog een kapsel genoemd worden. En als u mij nu wil excuseren, ik ga het eerstvolgende uur proberen mijn normale gezichtskleur terug te krijgen.

*wordt vervolgd*

10 februari 2015

Een zaterdag in februari

Zaterdag gingen wij, oude dozen, nog eens naar een fuif. Eentje waar enkel één van de dj's van onze leeftijd bleek te zijn. De rest was vermoedelijk half onze leeftijd. De helft van één van ons, laat dat duidelijk zijn.

We waren op tijd. Big mistake, zo bleek later. De muziek was nochtans goed, dus we maakten er maar een onder-ons-kwisje van, want dat doen we thuis ook. Alleen slaagden we er natuurlijk niet in de dj het liedje te laten onderbreken voor een nieuw eens we het antwoord wisten. Dat doen we thuis dan wel weer. Nergens zo goed als thuis, zullen we maar denken.

De jeugd stroomde binnen om 1 h. 's Nachts, ja, dat hebt u goed begrepen. Toen sloot immers het café van de zaal. De eerste dj was er dus aan voor de moeite, want die had letterlijk moeten draaien voor twee man en de organisatie. De paardenkop was gelukkig afwezig. Na een half uurtjes dansen waren we dus eigenlijk al moe. Zo gaat dat als je ouder wordt. En nu hebben we nog heup- en rugpijn als toemaatje. Want stoelen, dat staat niet in een fuifzaal. Dat was ik helemaal vergeten.

Er zit dus niks anders op om zelf een fuif te geven. Wat we, eerlijk gezegd, in november al deden. De oudjes dansen vanaf 22 h en gaan ervoor op de dansvloer. Van geldingsdrang en angst voor het afgaan als een gieter is allang geen spoor meer te bekennen. De hippe youngsters zullen het niet geloven: maar het leven begint bij 40. Of pakweg 35. Vanaf dan wordt alles veel gemakkelijker. Buiten het geheugen dan, want het heeft mij meer dan twee dagen gekost om eindelijk te weten te komen welk liedje al dagen in mijn hoofd hangt. Dit. Het zal zeker onze eigen fuif halen, want ik draai een deel van de avond. Ha!

9 februari 2015

BAB (back at blogging. Of zoiets)

Het is op, denk ik. Ik weet amper nog wat geschreven. Daar waar mijn hoofd vroeger vol miniblogstukjes zat, stukjes die zich in amper een kwartier op de computer ontsponnen tot een uit de kluiten gewassen stuk (enfin: in mijn herinnering is dat toch zo), zit er nu vooral leegte. Niet omdat ik zelf een lege doos zou geworden zijn (dat mag ik toch hopen), maar omdat ik het eigenlijk allemaal de moeite van het vertellen niet meer vind. Of misschien vertel ik het gewoon aan wie zich rond mij beweegt en raakt het gewoon niet verder. Of wacht: ik zou liegen. Zo nu en dan spui ik eens een ergernis op facebook, maar verder dan dat ene zinnetje raak ik niet.

Ik zou nochtans een vrolijk tenenkrullend stukje kunnen schrijven over de bestuurder van die volkswagen polo ergens in Gent die er een sport van maakt om zijn territorium op ruime wijze af te bakenen. Als in: twee plaatsen innemend zodat een halve auto vooruit en een halve auto achteruit rijden er zeker in zit. Kwestie van die tank van een auto zonder scha(de) en schande uit zijn plaats te manoeuvreren. Oh kijk. Ik deed het al een beetje.

Ik zou kunnen schrijven over hoe grappig het was om zaterdag- en zondagavond door Brugge te lopen richting Beursplein alwaar meerdere zatte mensen hun weg zochten naar huis, dicht tegen de gevels zodat omvallen zeker geen optie zou zijn. Tenzij ze naar de verkeerde kant zouden vallen natuurlijk. Wat jammer zou geweest zijn van het glas dat ze meekregen, want dat was versierd met het logo van BAB. Wat jeugdsentiment kwam meteen mijn hoofd ingeslopen, hoewel ik nooit een fan van bier ben geweest. Wel van logo's en oude dingen, dat verklaart al één en ander natuurlijk.



Of misschien moet ik schrijven over het optreden waar wij gisteren naartoe trokken in de Schouwburg. Spectaculaire acrobatische toeren waarvan je altijd blij bent dat het jouw kind niet is dat daar op het podium probeert zijn nek niet te breken. De nek- en schouderpijn die ik vandaag voelde waren vermoedelijk een gevolg van het stressvol optrekken van mijn schouders en intrekken van mijn nek terwijl ik meermaals 'auw' en 'oei' en 'pas op' dacht. Eens je moeder bent, ben je er nooit meer vrij van, denk ik.

En ah kijk. We zijn weer vertrokken. Of ook niet, dat moet de nabije toekomst maar uitwijzen.

21 oktober 2014

Blij om niks

Het leven, dat moeten we allen weten, zit vol verrassingen en het geluk zit in kleine hoekjes. Zo, daar hebben we even twee clichés op een hoopje. Het leuke aan clichés is echter dat ze waar zijn. Een mens moet dus niet al te veel twijfelen, dat maakt het leven ook iets gemakkelijker. Soms.

Ik ga het nu niet hebben over het gevoel dat ik gisteren weer kreeg toen ik na het betalen van mijn rekeningen (en het uitstellen van eentje naar de volgende maand) de bodem van mijn zichtrekening zag blinken. Het is altijd leuk om op het einde van je rekening een stukje maand over te hebben, zoals ze zeggen. Maar daar ging het dus niet over.

Het gaat wel over het gevoel dat mij vandaag overviel toen ik al mijn badhanddoeken in de wasmachine gepropt had en ik dus na mijn bad met een probleem zat. Geen behoorlijk groot probleem eigenlijk, want ik heb nog handdoeken. Ja, zelfs grote. Alleen zijn het niet van die volwassen donkergrijze handdoeken die vrouwen van mijn leeftijd gebruiken, maar van die andere. Deze waar zelfs de kinderen te groot voor geworden zijn.

Ik droogde mij vandaag dus af met enkele van de 101 Dalmatiërs. Platte weliswaar, ik heb het niet zo voor dieren tenzij ze wat plat zijn. En dan heb ik het niet zozeer over platgereden egels, maar over 'op een prentje'.

En toen overviel mij even het gevoel dat ik toch wel verheugd mag zijn dat in tijden van crisis mijn handdoeken nog niet versleten zijn. Dat ik ze zelfs nog zal kunnen gebruiken om ooit mijn kleinkinderen mee af te drogen. Daar werd ik simpelweg even blij van. Om niks. Dat mag ook wel eens.

7 oktober 2014

Dikke zoenen en vele knuffels

4 maanden en meer. De tijd gaat in een verbazingwekkend tempo voorbij. We hadden het einde van de lente. We hadden de zomer (het ding waarop we kafferden in augustus en daarna als een verloren kind omarmden toen die in het verkeerde seizoen weer de kop opstak) en nu hebben we de herfst. In volle hevigheid.

Mijn voeten hebben koud, maar gelukkig is het weer porto-weer. Daar krijgt een mens warme voeten van. En een warm binnenste, dat is ook mooi meegenomen. Maar als het moment komt om de bedstee op te zoeken is het eerste toch iets belangrijker. Want met koude voeten kan een mens niet slapen. Enfin: dit mens. Ok, ik heb dikke kousen en die durf ik aantrekken, zelfs met mijn mouwloos slaapkleed erboven, maar het blijft geen zicht. En ik heb een spiegel in mijn kamer, dus het is niet enkel de voor mij verborgen spin die het moet aanschouwen. 

Vorige week, toen het nog lekker warm was, werd hier trouwens een groot geheim onthuld. In het bijzijn van mijn kinderen vroeg een medeblogster of ik nog schreef. Naar schatting 7 of 8 jaar na mijn eerste blogpasjes sloegen de pubers ten huize steil achterover (niet letterlijk uiteraard) en riepen in koor: "HEB JIJ EEN BLOG?!". Tot zover de geheimhouding ter familie. Ik heb hen plechtig laten zweren -uiteraard mits de nodige dreigementen- dat het niet verder mocht gaan dan dit gezin. Ik heb niet veel zin in meelezende familieleden, hoe leuk is sommigen onder hen ook mag vinden. Zij kennen mijn dreigementen. Een doordringende blik volstaat meestal om hen te laten weten hoe laat het is. Ze sidderen en beven dan ook van angst. *kuch*

Hoe dan ook: de kans dat het geheim bewaard blijft is toch voor zo'n 99,99% gegarandeerd. Ten eerste zijn ze zeer zwijgzaam als het dingen van anderen betreft. Ik weet welke helft van hun ouderpaar daarvoor verantwoordelijk is. Om een kleine tip te geven: hun moeder heeft een hekel aan geheimverklappende kletskousen. Ten tweede zijn ze meestal ook wat vergeetachtig.

En mochten ze, ondanks mijn hoop op vergeten, toch op zoek zijn gegaan onder het motto "ik heb je twitter al gevonden, dus ik zal je blog ook wel vinden, hoor", dan wil ik hier even iets duidelijk stellen:

Kinderen, dit blijft tussen ons. Indien niet, dan zal ik op jullie trouwfeest of samenwoningsfeest alle schaamtelijke dingen uit jullie kindertijd vertellen. Aan de volledige schoonfamilie en al jullie vrienden.

Zo. Bij deze zijn we het ongetwijfeld eens. *gniffel*

Dikke zoenen en vele knuffels.
Mama




3 juni 2014

Photo Challenge 22 en 23/52

We zijn weeral verder dan ik dacht precies. Morgen op het weekmenu van week 23 van het werk: Florentijnse eieren. Ik wist niet dat het bestond tot ik ze daar eens at. Lekkerrrrr... Bij deze wist ik dus dat het week 23 geworden was. Gelukkig dat iemand er nog aan denkt dat mijn innerlijke kalender moet bijgewerkt worden.

Week 22 ging geruisloos over in week 23 dus beide foto's zijn van gisteren. Ik ga daar geen doekjes om winden, het is bij wie dit volgt al algemeen bekend dat ik er niet mee inzit dat de foto's niet op het juiste moment genomen zijn.

Voor week 22 presenteer ik u een standbeeld. Dit standbeeld staat ter hoogte van de Unescorotonde. Dat is voor de Bruggelingen eigenlijk gewoon het rond punt bij het station. Dat waar je tijdens de spitsuren moet staan aanschuiven en waar je de helft van de tijd gewoon stil op staat. Laat ons zeggen dat het niet zo goed marcheert, wat niet zo verwonderlijk is als je weet dat zeer kortbij er verkeerslichten staan. Kwestie van nog problemen op te kunnen lossen in de toekomst. Een mens mag niet alles in een keer hebben, dan ben je weer blij als er nog iets opgelost is. Zo gaat dat.

Maar terug naar het standbeeld. Vroeger, toen de dieren nog spraken, de Unescorotonde nog niet bestond en ik nog klein was, stond dit beeld veel meer in de kijker. Ik vond het als kind uitermate fascinerend, maar ik was er wat bang van. Men ziet hier een man die een overmaatse vogel bij de keel grijpt en hoog boven die vogel opgeheven iets in de hand heeft. Als kind dacht ik dat het een mes was en hij het beest de keel ging oversnijden. Het is pas jaren later, bij het verplaatsen van het beeld, dat ik zag dat het een vis was. Dat maakt het al iets minder griezelig, maar ik blijf het fascinerend vinden. Ik heb geen idee wie of wat het voorstelt en of hij die vis wil geven of afgenomen heeft. Bizar beeld, waar u trouwens hier de achterkant van ziet omdat ik geen zin had om mij midden op de rotonde te gaan begeven. Nu en dan zie je daar een verdwaalde toerist lopen, maar het scoort niet hoog in de categorie 'verantwoord gedrag'.


Voor week 23 had ik een foto kunnen nemen van de herdenkingsplaats waar vorige week op de markt de 19-jarige Mikey omgebracht werd. Ik passeerde er wel, maar het ligt absoluut niet in mijn aard om daar foto's van te nemen en waar dan ook te posten. Er zijn absoluut grenzen.

Waar jullie wel een foto van krijgen is van iets wat mij een groot genoegen doet: de afbraak van de meifoor. De rust keert weer. At last.


1 juni 2014

Queen

"Genees dan toch", sprak ik, maar helaas, ik blijk Jezus niet te zijn. Hoe erg ik ook probeerde er op in te praten, het lukte niet. Op de plek waar mijn knie wat (nogal) hardhandig met een fietspad vol zand en keitjes in aanraking kwam, verscheen een dag na het uitwassen en behandelen een ware vochtaflatende plek. Druppelsgewijs liep er om de zoveel tijd een straaltje etter richting mijn rechterenkel. Wat wel nog zo normaal was, gezien het ook mijn rechterknie betrof. Gelukkig was het niet van die aard dat het ook mijn rechterenkel bereikte, dat zou nogal wat geweest zijn. Ik hoop dat u niet aan het eten bent.

Ik dus naar de dokter, die het geheel aanschouwde, mij instructies over uitspoelen, ontsmetten en insmeren met wondhelende zalf meegaf en speciale kompressen voorschreef die er niet in zouden plakken. Dat het tegen de donderdag toch wel dicht zou moeten gaan komen, zo. Wat dus niet gebeurde. Ik ben dol op feestdagen, maar niet als ze vallen op een moment waarop je eigenlijk een dokter nodig hebt. En onze lieve Heer was ten hemel opgenomen, dus daar had ik ook niet zoveel aan.

Onderhand had ik tegen donderdag - wegens ferme pijnscheuten, een warme knie en zwelling - al het idee dat ik een knieamputatie zou moeten ondergaan. En omdat dat wat raar zou zijn, zou vermoedelijk ook mijn onderbeen eraan moeten geloven. Ik zeg het niet graag, maar het dramaqueengehalte van mijn jongste dochter heeft ze misschien van niemand vreemd. Van haar vader, dat spreekt voor zich. Gelukkig had mijn vader, die dan weer geen enkel dramaqueengehalte in zijn lijf heeft, mij al een zalfje meegegeven dat toch wel leek te helpen.

Niettemin besloot ik vrijdag met enige spoed de huisarts opnieuw op te bellen. Er bleef maar rommel uit die knie komen en zo net vóór het weekend heeft niemand daar echt een boodschap aan. Daar bleek dat mijn eigenste lijf een soort witte film (ik ben de naam vergeten en ik ga het ook niet opzoeken op google wegens dat ik geen smerige foto's wil zien) op de wonde gelegd had en dat die de wondheling verhinderde. En dat zag ze niet graag. Er werd een ietwat akelig woord uitgesproken: weg schrapen. Eens mijn beeld van amputatie bijgesteld was, leek het schrapen mij eigenlijk ook niet zo aanlokkelijk. Maar dat moest niet onmiddellijk, alleen maar als het tegen woensdag niet weg is. Ik kreeg een zalf voorgeschreven en nieuwe instructies die ik braaf opvolgde.

Om maar te zeggen: het ziet er al beter uit. Ik sluit de dramaqueen weer op in haar hok en binnen een week of zo kan ik eindelijk weer beginnen lopen. Want tegen 19 oktober moet ik die 10 km mét trappen lopen halen. Iets waar ik ongelofelijk veel zin in heb. Veel meer dan in kuisen. Dat laat ik die dramaqueen anders even doen.